SWVBrabantseWal-(9)

Hoe werkt passend onderwijs?

Passend onderwijs gaat uit van de filosofie dat ieder kind recht heeft op participatie in het regulier onderwijs, liefst dichtbij huis. Hiertoe werken schoolbesturen samen binnen een samenwerkingsverband. Samenwerkingsverband Brabantse Wal PO bestaat uit 8 schoolbesturen (41 scholen voor regulier onderwijs, een school voor Speciaal Basisonderwijs, en drie scholen voor Speciaal Onderwijs (cluster 3 en 4). Het samenwerkingsverband is ondersteunend, biedt expertise en verantwoordt de verdeling van middelen. Binnen ons samenwerkingsverband onderscheiden we drie vormen van ondersteuning: basisondersteuning, breedte-ondersteuning en diepte-ondersteuning.

Basisondersteuning

Binnen ons samenwerkingsverband hebben we afspraken gemaakt over wat er onder de basisondersteuning valt (zie ondersteuningsplan) en welke ondersteuning een school in de basis moet (kunnen) bieden. Elke school beschrijft in haar schoolondersteuningsprofiel hoe ze de basisondersteuning en de extra ondersteuning georganiseerd heeft. Voor de meeste leerlingen is de basisondersteuning voldoende om tot leren te komen.
Indien een leerling extra ondersteuning nodig heeft, bespreekt de leerkracht eerst de behoeften van zowel de leerling als van hem-/haarzelf met de intern begeleider van de school. Dit noemen we het intern zorgteam. Samen met ouders wordt gekeken op welke manier de school tegemoet kan komen aan wat de leerling en de leerkracht nodig hebben. Deze ondersteuning valt onder de basisondersteuning.
Indien de school hier zelf niet uit komt, kan de gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband worden ingeschakeld. Samen met ouders wordt gekeken wat er nodig is en op welke wijze de gewenste ondersteuning aan leerkracht en leerling kan worden geboden. Indien er ook sprake lijkt te zijn van ondersteuning thuis wordt de Jeugdprofessional van CJG betrokken. Dit noemen we het Schoolondersteuningsteam. De geboden ondersteuning valt dan onder de breedte-ondersteuning.

10 programma’s

De basis- en breedte-ondersteuning zijn onderverdeeld in 10 programma’s. Programma 1 is de basisondersteuning. De programma’s 2 t/m 8 horen bij de breedte-ondersteuning; hierin ligt de focus op het professionaliseren van leerkrachten en intern begeleiders. Programma 9 en 10 gaan over de organisatie(-ontwikkeling) zoals kwaliteit van de geboden ondersteuning. Hieronder staat een korte omschrijving. In ons ondersteuningsplan zijn de programma’s uitgebreid beschreven.

Programma 1 – Zorgplicht en basisondersteuning

We hebben afspraken over de basisondersteuning die elke school moet kunnen bieden. Daarnaast bieden scholen vaak meer dan de basisondersteuning. Dit staat beschreven in het Schoolondersteuningsprofiel. Elke school blijft werken aan het verbeteren van de basisondersteuning en de extra ondersteuning.
Vanuit het samenwerkingsverband bieden we ondersteuning waardoor leerlingen die vastlopen zo veel mogelijk binnen de eigen school het onderwijs kunnen blijven volgen.

Programma 2 – Kortdurende ondersteuning & poortwachter dyslexie

Samenwerkingsverband Brabantse Wal PO biedt kortdurende ondersteuning aan leerkrachten, tot max. tien uur per casus. Zo helpen we leerkrachten hun handelen te versterken. De komende jaren staat borging van opgedane kennis en expertise binnen de school centraal in onze ondersteuning.
De poortwachter dyslexie beoordeelt of er bij leerlingen terechte vermoedens zijn van ernstige dyslexie (ED).

Programma 3 – Onderwijs- en Jeugdzorgarrangementen

Leerkrachten kunnen tijdig en preventief signaleren en handelen. Waar nodig vragen zij een arrangement aan. Nieuw zijn de ‘overstaparrangementen’ en de ‘blijfarrangementen’ (met extra ondersteuning voor de leerkracht).
Programma 3 is bedoeld voor casusgerichte aanvragen van begeleidingstrajecten voor de leerkracht, die handelingsverlegen is rondom de afstemming op de onderwijsbehoeften van een of meer leerlingen. Het doel is dat de leerkracht vaardiger wordt en dat daardoor meer leerlingen in het regulier onderwijs kunnen blijven.
Er is steeds meer samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg en tussen primair en voortgezet onderwijs. Zo borgen we een doorgaande leerlijn.

Programma 4 – Deskundigheidsbevordering

We bieden trainingen aan leerkrachten en professionals, zodat de deskundigheid nog verder verhoogd wordt, waardoor minder leerlingen doorverwezen hoeven te worden naar het S(B)O. Na elke vorm van ondersteuning die het samenwerkingsverband biedt, zorgen we ervoor dat de kennis geborgd wordt en we meten wat het effect is van de deskundigheidsbevordering op de (passend onderwijs-) leerling(en).

Programma 5 – Bovenschoolse voorzieningen

We hebben drie bovenschoolse voorzieningen: De Vlinderboom, De Trampoline en De Klimtoren.
De Vlinderboom is een observatiegroep voor jonge kinderen met complexe en onduidelijke onderwijsbehoeften;
De Trampoline is een hybride* voorziening voor leerlingen met complex gedrag van wie de reguliere leerkracht wil leren hoe op dit gedrag af te stemmen.
De Klimtoren is een hybride voorziening voor HB-leerlingen met complexe ondersteuningsbehoeften. Hierbij begeleiden de leerkracht en de cluster-4-expert van De Klimtoren de leerkrachten in het regulier onderwijs.
* Met hybride bedoelen we dat leerlingen het onderwijs deels op de eigen school volgen en deels in een specialistische (bovenschoolse) voorziening. De expertise wordt vanuit de bovenschoolse voorziening naar de reguliere school gebracht en geborgd.

Programma 6 – Steunpunt HB & inzet subsidie HB

Het Steunpunt hoogbegaafdheid ondersteunt scholen met kortdurende ondersteuningen en/of arrangementen. Daarnaast bieden we elke school een maatwerktraject deskundigheidsbevordering op het gebied van beleidsontwikkeling en onderwijs aan HB-leerlingen. Hierdoor wordt de deskundigheid over diverse thema’s rondom hoog- en meerbegaafdheid vergroot.

Programma 7 – Inzet financiële reserve & plan uitvoering extra ondersteuning

In november 2022 hebben alle scholen een aanbod voor coaching gekregen. Daarnaast blijven we de opleiding tot Rots- en Watertrainer aanbieden.
We streven naar nul thuiszitters. Wanneer een leerling (nog) niet kan deelnemen aan het onderwijs, is er een plan van aanpak gericht op terugkeer.
We zetten pro-actief in op het terugplaatsen van leerlingen vanuit het S(B)O naar regulier en dus thuisnabij onderwijs. De leerling blijft de eerste periode deels op de
S(B)O-school en volgt deels op de reguliere basisschool het onderwijs, om na een periode voor 100% terug te keren naar het regulier. De leerkracht in het regulier wordt uitgebreid begeleid door het S(B)O. Op deze manier werken we aan de realisatie van zoveel mogelijk verantwoord thuisnabij onderwijs.

Programma 8 – Kwaliteitszorg & AVG

Kwaliteit is niet iets wat ‘erbij komt’; het is onderdeel van ons werk. We werken met een Plan-Do-Check-Act PDCA-cyclus en heldere doelstellingen. Zo meten we wat het resultaat is van onze ondersteuning en weten we of scholen en ouders tevreden zijn over de geleverde kwaliteit.
Bij het samenwerkingsverband werken we met veel persoonsgevoelige informatie. Wij hebben de AVG hoog op de agenda staan en we zorgen ervoor dat verwerking, opslag en uitwisseling van noodzakelijke persoonsgegevens verantwoord en veilig gebeurt.

Programma 9 – Bestuur & organisatie Samenwerkingsverband

We vinden het belangrijk efficiënt en doelmatig te werken. Onze activiteiten en de ondersteuning aan scholen worden uitgevoerd door een klein team bestaande uit een directeur-bestuurder, een beleidsmedewerker Kwaliteit & AVG, een secretaresse, vier gedragswetenschappers en tien begeleiders passend onderwijs vanuit de verschillende schoolbesturen en een aantal externe partners.

Programma 10 – Specialistische voorzieningen SO & SBO

We streven ernaar dat zoveel mogelijk leerlingen op de reguliere school passend onderwijs krijgen. Om dat te bereiken versterken we de verbinding tussen regulier onderwijs en S(B)O, met voorschoolse voorzieningen en met het voortgezet onderwijs.
Met de ambities en programma’s uit het ondersteuningsplan 2021-2025 verwachten we dat het aantal leerlingen dat naar het SO of SBO gaat de komende jaren zal afnemen en dat we de reguliere scholen met de expertise vanuit het S(B)O nog verder kunnen versterken.

Diepte-ondersteuning

Blijkt breedte-ondersteuning niet voldoende te zijn en dreigt de leerling het perspectief op de eigen school te verliezen, dan wordt er een integraal arrangeergesprek georganiseerd. Tijdens dit gesprek zijn de ouders, de leerkracht, de intern begeleider, de jeugdprofessional en de gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband aanwezig. Ook kunnen andere deskundigen betrokken worden. Het doel van het overleg is:

  1. Met alle betrokkenen de ondersteuningsbehoefte van de leerling exact en volledig in kaart brengen. Hierbij wordt niet uitsluitend besproken wat de leerling nodig heeft, ook de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en de ouders/het gezin komen ter sprake.
  2. De aanwezigen bespreken met elkaar de gewenste ondersteuning en maken afspraken over wie wat doet.
  3. Het adviseren van de leerkracht.
  4. Indien de conclusie van het overleg is dat een school voor speciaal (basis-)onderwijs het best passend is, wordt door de gedragswetenschapper als eerste deskundige een toelaatbaarheidsverklaring opgesteld.

In het ondersteuningsplan is meer informatie te lezen over de verdere procedure.