Elke school beschrijft in het schoolondersteuningsprofiel welke (basis)ondersteuning zij kan bieden en hoe zij dat organiseert. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u vinden op de website van de school of in de schoolgids.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) biedt onderwijs aan leerlingen die zich op het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen. Het Speciaal Onderwijs (SO) doet dit ook en dan gericht op specifieke ondersteuningsbehoeften. Scholen voor speciaal onderwijs hebben expertise op het gebied van bijvoorbeeld leren, gedrag, taalspraak, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen.
Een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is een wettelijke verklaring die het samenwerkingsverband af kan geven. Deze verklaring is nodig als een leerling (tijdelijk) naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs gaat.
Een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is altijd tijdelijk en wordt voor het speciaal onderwijs toegekend voor de duur van tenminste één volledig schooljaar. Voor het speciaal basisonderwijs hanteert het samenwerkingsverband de duur die op het moment van de aanvraag nodig is. Bij de aanvraag wordt een beredeneerde onderbouwing van de gewenste duur vermeld. Het afgeven van een kortdurende TLV is om ervoor te zorgen dat blijvend gekeken wordt naar de ondersteuningsbehoeften van de leerling en/of de school voor speciaal (basis-)onderwijs nog altijd de best passende school is. Indien de ondersteuningsbehoeften dermate veranderd zijn dat de leerling kan terugkeren naar het regulier onderwijs, dan wordt dit traject in gang gezet.
Omdat het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) een zwaarwegende beslissing is, schrijft de wet voor dat een TLV wordt afgegeven op basis van een deskundigenadvies van tenminste twee deskundigen. Daarom legt de eerste deskundige (de gedragswetenschapper die tijdens het integraal arrangeergesprek aanwezig is) de aanvraag voor aan de tweede deskundige van het samenwerkingsverband. Deze tweede deskundige beoordeelt het dossier zowel op inhoud als proces en voegt een schriftelijk advies toe aan de (originele) toelaatbaarheidsverklaring.
Uw aanspreekpunt is altijd de school. Als u denkt dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft, neem dan eerst contact op met de intern begeleider van de school. Deze gaat met u in gesprek en kan u meer vertellen over de mogelijkheden voor extra ondersteuning binnen de school en wat de vervolgstappen zijn indien de extra ondersteuning niet toereikend is.
Elke school heeft zorgplicht en moet onderwijs binnen de basisondersteuning kunnen bieden. Indien dit onderwijs niet toereikend is, kan de school, in nauwe afstemming met de ouders, expertise of extra ondersteuning aanvragen via het samenwerkingsverband, of een aanvraag indienen voor een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal (basis)onderwijs.
Krijgt uw kind een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal (basis)onderwijs? Dan zoekt de huidige school samen met u naar een goede plek. Met de toelaatbaarheidsverklaring meldt u uw kind vervolgens zelf aan op de nieuwe school.
Indien u het niet eens bent met (het aanbod van) de school, gaat u eerst met de school in gesprek. Wanneer u er met elkaar niet uitkomt, kan het samenwerkingsverband worden betrokken. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, kunt u een beroep doen op een onderwijs(zorg)consulent. Ook kan de consulent advies geven of bemiddelen wanneer uw kind thuis zit zonder uitzicht op een passende plek. Onderwijsconsulenten kiezen geen partij, maar wijzen wel op rechten en plichten. Let op: u kunt pas een onderwijsconsulent inroepen nadat het samenwerkingsverband betrokken is. Indien u het daarna nog niet eens wordt met de school, kunt u terecht bij de geschillencommissie. Voor verdere informatie kunt u terecht op de website: www.onderwijsconsulenten.nl
U bespreekt in eerste instantie met de voorschoolse voorziening en de basisschool welke ondersteuningsbehoefte uw kind heeft. Indien de school aantoont hieraan niet tegemoet te kunnen komen, kan contact worden opgenomen met het samenwerkingsverband.
Het samenwerkingsverband ontvangt geld van het Ministerie van Onderwijs voor extra ondersteuning. Dit geld wordt besteed op basis van de afspraken die binnen het samenwerkingsverband zijn gemaakt. Zo is altijd maatwerk mogelijk en kan het geld zoveel mogelijk worden gebruikt voor de benodigde ondersteuning op de reguliere school.
Elke school moet basisondersteuning kunnen bieden volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Indien er vermoedens bestaan van (ernstige enkelvoudige) dyslexie wordt door de intern begeleider van de school het ‘leerlingdossier dyslexie’ ingevuld en voorgelegd aan de Expertgroep Dyslexie van het samenwerkingsverband. Deze expertgroep fungeert als poortwachter en bekijkt in hoeverre het aangeleverde dossier voldoet aan de eisen om in aanmerking te komen voor vergoede diagnostiek en behandeling. De (vergoeding van de) diagnostiek en behandeling wordt geregeld door de gemeente.
Leerlingen die speciaal (basis)onderwijs nodig hebben, zijn meestal aangewezen op leerlingenvervoer. Dit vervoer wordt georganiseerd door de desbetreffende gemeente. Per leerling wordt bekeken of vervoer nodig is, of dat de leerling zelfstandig naar de desbetreffende school kan reizen. Het betreft hier zowel de leerlingen die een toelaatbaarheidsverklaring hebben als de leerlingen die een speciaal arrangement hebben voor De Vlinderboom of De Trampolinegroep.
U meldt uw kind aan bij de school van uw keuze. Elke school heeft zorgplicht en bekijkt samen met u wat er nodig is en of de school voldoende kan aansluiten bij wat uw kind nodig heeft. Als uw kind in het bezit is van een toelaatbaarheidsverklaring dient u dit te melden bij de aanmelding. In de meeste gevallen zoeken ouders naar de school met dezelfde expertise als de school van herkomst.
Samenwerkingsverband Brabantse Wal PO is actief in de gemeenten Woensdrecht, Bergen op Zoom en Steenbergen.
U kunt een bericht sturen naar secretariaat@swvbrabantsewal.nl.